Skip to main content
Wie wel eens de wielerverhalen van Thijs Zonneveld leest, heeft het al gezien. De titel van deze blog is plagiaat. Dat komt omdat de strekking van mijn verhaal vergelijkbaar is. En toch ook een beetje anders.
Ik heb de Lofoten inmiddels een paar dagen geleden achter me gelaten. In de aanloop naar deze benefietsexpeditie voelde dat altijd als hét hoogtepunt van de hele tocht. De Lofoten zien eruit als het paradijs op aarde. Een mengeling van goudgele zandstranden met kristalhelder water en eilandjes met gekleurde pittoreske Noorse dorpjes tegen een achtergrond van met groen begroeide rotsachtige bergen die uit de zee omhoog steken. Tik op Google de zoekterm Lofoten in, klik op afbeeldingen en de ene foto is nog indrukwekkender dan de andere.
En toch zijn de Lofoten niet het hoogtepunt geworden dat ik ervan verwacht had. Daar kunnen de Lofoten zelf overigens helemaal niets aan doen.
De afgelopen dagen ben ik er nog niet achter gekomen op welke manier ik Frey tegen me in het harnas heb gejaagd. Hij is de Noorse God van vruchtbare gewassen en dus verantwoordelijk voor regen en zonneschijn.
En hij had blijkbaar een reden om mij na de eerste prachtige dag bij Moskenes te wreken met een flinke portie neerslag. Of hij is gewoon even door zijn voorraad zonneschijn heen. Dat kan natuurlijk ook.
Nu vind ik het op zich helemaal niet zo erg om in de regen te fietsen en nat te worden. Maar regen valt over het algemeen uit wolken. En die hebben de vervelende eigenschap om voor de zon te kruipen. Als gevolg daarvan verdwijnen grotendeels de kleuren en contrasten die een landschap als dat van de Lofoten zo indrukwekkend maken. Jammer, maar het is niet anders.
Ik heb overwogen om iemand te offeren, maar dat vond ik in de eerste plaats wat barbaars en bovendien is nooit bewezen dat het echt werkt.
Maar wat vooral impact heeft gehad op mijn beleving van de Lofoten is de  enorme stroom toeristen. Dat zijn er zoveel dat de Lofoten langzaamaan meer lijken op een camperstalling dan op het paradijs op aarde.
Ik schat dat ruim de helft van alle voertuigen die ik zie een camper is. Van de rest heeft de bijna helft een buitenlands kenteken, in elk geval de motoren. Het kan niet anders dan dat een dergelijke ‘invasie’ ten koste gaat van de authenticiteit van de regio.
Ik zie het in Henningsvær, oorspronkelijk een vissersdorp op de Lofoten. Het dorp is gebouwd op een aantal scheren ten zuiden van een van de eilanden van de Lofoten die met elkaar en het eiland zijn verbonden door bruggen. Een ideaal uitgangspunt voor een toeristische trekpleister, zeker in combinatie met de karakteristieke gekleurde houten huisjes tegen de achtergrond van de ruige rotsachtige bergen.
Het dorp wordt bezocht door massa’s toeristen. Mensen van buiten het dorp zien kans om daar munt uit te slaan. Veel van de oorspronkelijke bewoners wonen inmiddels elders en verhuren hun huisje via AirBNB. En dan gebeurt het: Henningsvær verliest een deel van zijn authenticiteit en misschien zelfs een deel van zijn ziel. De schoonheid is er nog steeds, maar het karakter wordt een beetje flets als een oogverblindende Miss Universe die verder eigenlijk weinig interessants te melden heeft.
De vraag is of voor het vissersdorp en de rest van de Lofoten het tij nog te keren is. De stroom toeristen zal aanhouden zolang onze manier van leven en reizen niet verandert. We kúnnen echt overal naartoe en dus wíllen we overal naartoe. En ik steek bij deze hand in eigen boezem!
Kunnen we nog terug naar een tijd waarin een streek nog buiten de gebaande paden valt? Een tijd waarin een streek als deze weer de kans krijgt zijn authentieke karakter te hervinden? Zou het helpen als ik geen foto’s en filmpjes deel van deze regio? Dan breng ik mensen ook niet op het idee om er te komen. Het is een druppel op een gloeiende plaat, maar wat als we dat nu allemaal doen? Wat als we met zijn allen vergeten dat de Lofoten er zijn? Weet je wat? Laten we het bij deze gewoon afspreken: ‘De Lofoten bestaan niet!’