Skip to main content

Volgers van 5KNOORD weten het misschien nog. Mijn droom om naar de Noordkaap te fietsen bestond al een jaar of vijfentwintig voordat die in vervulling ging. Mensen die de laatste kilometers van mijn tocht destijds gevolgd hebben, konden de ontlading live meemaken. Dat was heerlijk en tegelijk merk ik ook dat het vervullen van die droom aan de ene kant een soort van leegte achter laat aan de andere kant. Blijkbaar wil ik graag dromen en gelukkig heb ik een nieuwe gevonden. Wel een beetje jammer dat die droom binnen een half jaar alweer in vervulling gaat.

Mijn droom is om samen met onze dochter Noortje op de fiets de Mont Ventoux te beklimmen. Iedereen die ons gezin kent, weet dat Noortje 17 jaar geleden geboren is met downsyndroom en een fikse hartafwijking. Het scheelde niet eens zo veel of we hadden haar eerste verjaardag nooit hoeven vieren. Hoe haal ik het dan in godsnaam in mijn hoofd om met haar deze mythische berg te willen beklimmen? Dat zal ik uitleggen.

Hoog in de top 5 van mijn meest bijzondere sportieve ervaringen staat een eerdere beklimming van de Mont Ventoux. Dat was tien jaar geleden met mijn toenmalige werkgever Radar. Samen met een groep (jong)volwassenen met een (licht) verstandelijke beperking heb ik samen met een tiental andere buddy’s maandenlang getraind en toegewerkt naar die climax en te ervaren hoe het is om zoiets ogenschijnlijk onbereikbaars te bereiken: de Mont Ventoux beklimmen.

Op die bewuste 18e juni in 2014 maken de eerste kilometers vanuit Sault al een schifting tussen de makkelijke fietsers en zij die meer ruzie hebben met de zwaartekracht. Bij Chalet Reynard wordt duidelijk van wie ik de rest van de klim de buddy zal zijn: laten we hem Freek noemen. Freek is in de voorbereidende maanden regelmatig de schrik van het peloton. Hij heeft een licht verstandelijke beperking, autisme, een behoorlijk zware jeugd die je niemand gunt én een kort lontje. Tijdens de trainingsritten vliegt regelmatig van alles door de lucht als het niet gaat zoals Freek dat wil. Een helm, fietsschoenen en één keer zelfs zijn racefiets. Omdat Freek ongeveer 135 kg weegt, maakt zo’n woedeaanval nogal indruk. Maar zijn belangrijkste kenmerk zou je daardoor bijna vergeten. Freek is goudeerlijk en heeft een hart van precies hetzelfde edelmetaal!

Even voorbij Chalet Reynard wordt na een bocht hoog in de verte het observatorium op de top van de Mont Ventoux zichtbaar. Ik wijs Freek waar de beklimming uiteindelijk naartoe gaat. Zijn reactie spreekt boekdelen: ‘Doe normaal, ouwe! Nee hey! Moeten we helemaal dáárheen?’

De resterende zes kilometer naar de top zijn epischer dan een Giro-etappe in de Dolomieten met drie graden en sneeuw. Freek hijgt en puft, staat een keer in de berm over te geven van inspanning en stapt regelmatig af. Eén keer is dat om een andere buddy te duwen als die een astma-aanval heeft. Het kost me heel wat fysieke én mentale inspanning om Freek boven te krijgen. Een korte maar hevige hagelbui een paar kilometer onder de top zorgt voor een extra uitdaging. Uiteindelijk bereiken we de laatste bocht voor het observatorium. Die laatste strook asfalt heeft een stijgingspercentage van maar liefst 11%. Ik schreeuw Freek zowat naar boven. Twee buddy’s die al een tijd op de top staan, komen ons tegemoet. Ze duwen Freek de laatste meters tot aan dat magische bordje: Sommet Mont Ventoux 1911 m. De ontlading is net zo magisch én vooral onvergetelijk.

Toen ik twee maanden geleden aan de ontbijttafel uitsprak dat ik de Mont Ventoux ga beklimmen en het super zou vinden als Noortje met me meegaat, moest ze daar even over nadenken. Ze heeft ongetwijfeld aangevoeld hoe waardevol die gezamenlijke herinnering later zal zijn. En ze gaat ervoor! Mijn droom gaat al in vervulling op het moment dat die geboren is…