Hoewel de laatste etappe nog moet beginnen en ik er dus nog niet helemaal ben, vond ik dit wel een passende titel. Ik begin me namelijk zo langzamerhand een Hobbit te voelen. Geen zorgen ik ben niet gekrompen. Ik heb ook niet opeens kroeshaar op mijn voeten. Nee, de associatie met het vriendelijke volkje uit the Lord of the Rings heeft hele andere redenen.
Aan degene die de boeken en/of films niet kent, bied ik bij deze mijn excuses aan voor de ogenschijnlijke wartaal die volgt. Wie de verhalen wel kent, mag me net zo goed voor gek verklaren. Maar laat ik ter zake komen, voordat deze blog ook een trilogie wordt.
In de eerste plaats voel ik me een Hobbit vanwege het landschap waar ik de laatste weken doorheen fiets. Regelmatig heb ik het gevoel door een sprookjesachtige omgeving te trappen, die niet echt is. Een landschap dat zo mooi en bijzonder is dat het wel bedacht moet zijn door iemand met een rijke fantasie, zoals J.R.R. Tolkien. Een omgeving waar strand, bergen, bossen en sneeuw zo dicht naast elkaar liggen, is net zo onwerkelijk als Midden Aarde.
In de tweede plaats is er de ‘queeste’ zelf. Het voortbestaan van de wereld hangt er overigens niet vanaf of ik wel of niet het eindpunt bereik, dus ik wil mezelf zeker niet Frodo 2.0 noemen. En wees gerust, ik ga die globe op de Noordkaap niet vernietigen als ik aankom.
Maar tegelijk zijn de reacties van jullie allemaal dusdanig, dat langzaam tot me begint door te dringen dat ik een bijzondere tocht ten einde ga brengen. En het zijn vooral de momenten waarop ik even ‘live’ met het thuisfront bel als ik op een adembenemende plek sta, dat ik vol schiet en me realiseer dat ik hier op de fiets naartoe ben gereden.
Maar de associatie met de Hobbit komt vooral door mijn eetpatroon van de afgelopen weken. Ik duw alles naar binnen wat ik vinden kan, liefst zo veel en vaak mogelijk op een dag. En dat komt dan ongeveer neer op het volgende dieet:
Ik begin bij het wakker worden vrijwel meteen met een ontbijt bestaande uit een banaan en een halve liter yoghurt. Aangezien het weer hier al weken op koelkasttemperatuur is, is het bewaren van yoghurt geen enkele uitdaging.
Als alles is ingepakt komt het zogenaamde tweede ontbijt. Dat is eenvoudig samengesteld uit een paar boterhammen en een restje vruchtensap van de dag ervoor.
Na een uurtje of twee fietsen is het tijd voor het ‘elfuurtje’. Oploskoffie van heet water uit de thermoskan en een mueslireep. De snelle chocoladereep van een uur geleden reken ik gemakshalve ook tot dit ‘elfuurtje’.
Uiterlijk om twee uur staat de lunch op het menu. Ik heb brood bij me en beleg het ter plekke met salami of kaas (of beide) of Nutella! Dat spul krijg je tot mijn grote geluk echt overal ter wereld!
Kort voor het einde van de fietsdag neem ik wat Hobbits vrij vertaald een ‘namiddagje’ zouden noemen. Koffie – omdat mijn thermoskan nog niet leeg is – met een reep. Maakt niks uit wat, als er maar chocolade omheen zit! Daar komt vaak nog een banaan bij. En ja, dat is een prima combinatie.
Als op de camping het tentje staat en mijn lijf niet meer stinkt, snak ik naar het diner. Dat klinkt chiquer dan het is, want het moet wel in één pan te maken zijn. En aangezien de Noren geen eenpersoonshuishoudens lijken te kennen, is het al snel een dubbele portie!
Zoals dat voor een Hobbit gebruikelijk is, sluit ik de dag af met een lichte avondmaaltijd. Er is waarschijnlijk wel een boompje over op te zetten of een zak chips of nootjes gezien kan worden als maaltijd, maar hij gaat er zonder blikken of blozen in zijn geheel in!
Ik sla overigens voor de leesbaarheid van deze blog even alle snacks en snoep tussendoor over.
Als ik over een aantal dagen thuis ben en de fiets naar alle waarschijnlijkheid wat minder gebruik, moet ik onherroepelijk mijn eetpatroon aanpassen. Als ik dat niet doe, staat die 5K niet voor het aantal kilometers dat ik gefietst heb, maar voor het aantal grammen dat ik per week bij kom.